Sommige dingen veranderen niet. Altijd zal je over de Utrechtse grachten de weg kunnen blijven vinden met de Dom als oriëntatiepunt. De nieuwe studenten bij de UIT blijven elk jaar jonger worden, al word je eigenlijk zelf alleen maar ouder. Mensen die ouder worden zullen nog steeds beginnen aan hun ‘huisje, boompje, beestje’. Toch blijft niet alles hetzelfde. Zeker niet.
Het is 2030 en de Dom heeft een stuk meer gezelschap in de stad dan voorheen. Want hoewel de binnenstad altijd door de Dom gedomineerd zal blijven, heeft Utrecht er in de wijken daaromheen een heuse skyline bij gekregen. Je kunt nog steeds in een huis met een tuintje wonen, maar de standaard is het niet meer. Overigens is dat ook helemaal geen probleem, die nieuwe woontorens zijn juist bijzonder populair. Het zijn een soort steden op zich.
Samen of alleen
De Utrechter 2030 is alleenstaand, maar daarmee niet alleenwonend. In plaats van alleen in een studio te gaan wonen kiest ze ervoor om samen met een paar vrienden een huis te delen. Dat is een trend die past bij een veranderende samenleving. Iedereen in het huis heeft al een tijdje een baan, het zijn niet meer enkel studentenhuizen die worden gedeeld. Je eigen plek, maar dan met vrienden samen. Wat luxer dan een studentenkamer en tegelijkertijd met diezelfde gezelligheid. Het wordt er ook gelijk een stuk betaalbaarder van, allemaal. Split je woning en je split gelijk ook de huur. Eén groot feest.
Utrecht is een stad vol diversiteit en dat geldt zeker ook voor woningen. De Utrechtse student 2030 zet zijn eerste stappen in Utrecht. Hij hoeft niet bang te zijn om geen kamer te vinden, die zijn er voor het uitkiezen. Daarmee heeft de Utrechter 2030 een goed begin in zijn nieuwe stad, dat is gelijk het halve werk. Die kamers zijn massaal bijgebouwd, op de Uithof, maar juist ook in alle andere wijken van de stad.
Ook de oudere Utrechter 2030 is zonder zorgen. Met gemak kan ze langer thuis blijven wonen door de levensloopbestendige woningen die door heel Utrecht zijn gebouwd. Geen drempels, traplift erin, automatische deuren: van alle gemakken voorzien. Als ze dan toch langer thuis blijft wonen, mag het best een beetje luxe, vindt ze. Van eerste studentenkamer tot een comfortabele oude dag, in Utrecht ben je je hele leven voorzien van een fijn dak boven het hoofd.
Een typische maandag
Zo komt elke Utrechter 2030 ergens te wonen, maar hoe verloopt nu een dag voor zo iemand? Veel Utrechters wonen in ieder geval in de verticale steden in de woontorens, de nieuwe skyline. Het groen gaat via de gevels mee naar boven en eindigt in groene daken, maar de dag begin je vaak op de begane grond. De plinten van de torens zitten vol met voorzieningen. Je brengt er je kind naar de crèche, koopt snel een broodje in de supermarkt voor je ontbijt en op een goede dag kom je zelfs nog toe aan een work-out in de sportschool.
Vervolgens moet er op zo’n dag natuurlijk nog gewerkt of gestudeerd worden. ‘Het Nieuwe Werken’ bestaat al sinds de jaren tachtig, maar inmiddels is het eindelijk een beetje ingeburgerd en maakt het werkgevers steeds minder uit waar je werkt. De thuiswerkende Utrechter 2030 zoekt een plekje in de toren, want op de achttiende verdieping zitten flexwerkplekken. De kinderen heeft hij bij opa en oma afgezet, dat is wel zo fijn voor de concentratie. Een koffietje bij de koffiebar en hij kan weer vol aan de bak. De verdieping is op werken ingericht. Verschillende werkplekken, wat kleine overlegruimtes en rondom de verdieping bevinden zich grote ramen, zodat er lekker veel licht het gebouw in komt. Zo wordt het al snel een productief ochtendje. Hij hoeft vaak niet eens meer naar zijn werk toe voor een overleg, mensen komen vaak liever naar de werkruimtes in zijn woontoren voor beraad.
Voor de lunch gaat de Utrechter 2030 tien verdiepingen hoger op het groene dakterras even een frisse neus halen, daar is zelfs onlangs een rooftopbar geopend. Daarvan komen er langzaam aan steeds meer in Utrecht, waardoor eigenlijk een hele nieuwe stad op de daken ontstaat. Op andere daken plaatst men bijvoorbeeld sportvelden en weer andere daken zijn volledig op duurzaamheid gericht door een combinatie van beplanting en zonnepanelen. Utrecht is de hoogtevrees voorbij en is een echte stad geworden. Tegelijkertijd is de stad door de hoogbouw juist compact en knus gebleven: alles blijft dichtbij.
Na een lange dag werken mag er ruimte zijn voor een stukje ontspanning. Voor iedere Utrechter 2030 houdt dat weer wat anders in. Zowel gezinnen, als ouderen, als jongeren wonen in de toren en dat gaat prima samen. Het vergt enkel wat slimme oplossingen. Neem bijvoorbeeld de black box voor jongeren: een geluidsdichte ruimte waar ’s avonds rustig samen een feestje kan worden gevierd, niemand die er last van heeft. Ouderen gaan ’s avonds vaak juist naar een ouderwetse gemeenschappelijke huiskamer. Zo is er voor iedereen ruimte om elkaar te ontmoeten en het leven te vieren, op welke manier je dat ook zou willen doen.
Divers en betaalbaar
Daarmee komt weer een dag ten eind voor al die Utrechters 2030. Sommigen komen op zo’n dag überhaupt hun eigen woontoren niet meer uit, zonder dat ze het echt doorhebben. Wanneer die toren eigenlijk een stad op zichzelf is, hoef je het niet eens meer allemaal in de binnenstad te zoeken, al doet de Utrechter 2030 dat nog vaak genoeg. Niet alleen die binnenstad bruist nu, alle buurten bruisen. De levendigheid heeft zich over de stad uitgespreid en levert een prachtige, diverse stad op waar iedereen zich thuis voelt. Het is precies die diversiteit die elke wijk kenmerkt. Overal zijn huizen in alle prijsklassen, voor alle doelgroepen.
Als de maand weer voorbij is, wordt de huur weer betaald, want die is zowaar betaalbaar voor de meeste mensen. De afgelopen jaren heeft de gemeente meer de regie gepakt over de woningbouw onder het mom van ‘bouwen, bouwen, betaalbaar houden’. Huisjesmelkers hebben inmiddels geen leven meer in Utrecht, en alle rechtszaken van de gemeente die ze aan hun broek krijgen, helpen daarbij ook. Een makkelijke woningmarkt zal het misschien nooit worden in een stad als Utrecht, maar zo erg als tien jaar geleden is het zeker niet meer. Een mooi leven begint voor de Utrechter 2030, met een dak boven het hoofd – dat heeft hij aardig voor elkaar.