De Utrechter 2030 hoeft niet bang te zijn dat hij alles verliest. Doordat de negen grote steden in Nederland goede afspraken hebben gemaakt en hetzelfde beleid volgen, is de aanpak van dakloosheid eindelijk consistent en eenvoudig. Er zijn verschillende trajecten voor verschillende vormen van dakloosheid. Omdat het basisinkomen bijvoorbeeld landelijk is ingevoerd en schulden veel sneller worden gesignaleerd, is er veel minder kortdurende dakloosheid door financiële problemen.
Ook dakloosheid door psychische problemen is afgenomen, door onder andere betere medicatie en behandeling, maar ook doordat kleinschalige woongroepen in het leven zijn geroepen, waarin mensen met langdurige of chronische psychische problemen de rust en behandeling krijgen die ze nodig hebben, zonder daarvoor op een lange wachtlijst te moeten staan en zonder (fatale) escalatie. De daklozenpopulatie bestaat in 2030 vooral uit kleine groepen zorgmijders en bijvoorbeeld uitgeprocedeerde asielzoekers. Doordat ze bij elke grote stad dezelfde procedures moeten doorlopen, is er minder te halen voor deze groepen door ‘rond te shoppen’ in diverse steden, waardoor deze mensen ook beter in beeld blijven bij de gemeenten.
Leefbaarheid
Ondanks alle goede intenties in de jaren 2018-2022 met o.a. de Versnelling Overvecht, is in 2022 toch besloten om radicaal planologisch in te grijpen. Overvecht is uitgebreid naar het achtergelegen bedrijvenpark en de waterzuivering is verplaatst naar een buitengebied. Hierdoor is ruimte ontstaan om de wijk opnieuw in te richten. Verouderde portiekflats hebben plaats gemaakt voor hoogwaardige nieuwbouw. Aan de Brailledreef is een nieuw wijkhart ontstaan á la Leidsche Rijn Centrum, voorzien van aantrekkelijke hoogbouw en een divers winkelaanbod, met respect voor de cultuurhistorie van de wijk. Er recht tegenover biedt het nieuwe stadspark Loevenhout alle buitenruimte voor de bewoners van het wijkhart. Alle best practices uit vernieuwing Lombok, Leidsche Rijn maar ook uit plekken zoals Amsterdam-West zijn meegenomen en toegepast om de maatschappelijke meerwaarde van de nieuwbouw te maximaliseren. Door de focus te leggen op bijvoorbeeld generatiewoningen en alternatieve woonvormen voor de sociale huur is er een diverse bewonersmix ontstaan met een grotere maatschappelijk bewustzijn.
Criminaliteit en drugs
In 2030 is de drugshandel nog steeds de grootste bron en aanjager van criminaliteit. Het gevaarlijkste daarvan is dat in 2030 er nog steeds geen grip is om de mate van ondermijning en belangenverstrengeling tussen criminele organisaties en de zogeheten ‘bovenwereld’: legale bedrijven, ambtenaren en politici.
Door de enorme financiële draagkracht van criminelen weten zij justitie elke keer slim af te zijn. Daarom worden in een wereldwijde primeur alle soft- en harddrugs volledig gelegaliseerd. Natuurlijk wel op z’n Nederlands met een complexe set regels (vrije zones, verstrekking etc.). Toch is met deze legalisering de wind uit de zeilen van drugsbendes gehaald. De inkomsten van legale verkoop worden ook direct doorgezet naar extra middelen voor het opsporen van illegale drugslaboratoria.
Overlast en intimidatie
In 2030 bestaan overlast en intimidatie nog steeds, maar de middelen die we inzetten om deze zaken te monitoren en aan te pakken worden steeds beter. Cameratoezicht wordt alleen ingezet wanneer het echt nodig is, en zo veel mogelijk tijdelijk, en er wordt net zo veel aandacht en geld besteed aan preventieve maatregelen. Zo is er zwaar geïnvesteerd in het aanpassen van de openbare ruimte en in actieve begeleiding en monitoring van personen die geneigd zijn overlast te veroorzaken, bijvoorbeeld door jongerenwerkers en geslaagde activeringsprogramma’s.
Bij het monitoren van criminaliteit en overlast wordt gebruik gemaakt van (anonieme) data-analyse. Op basis van intelligente algoritmes kan bijvoorbeeld tijdens evenementen en op drukke stap-avonden worden voorspeld waar mogelijk overlast wordt veroorzaakt. De politie kan zo ook beter voorspellen waar gesurveilleerd moet worden. Zo wordt er meer aandacht besteed aan daadwerkelijke criminaliteitscijfers en de perceptie van veiligheid door bijvoorbeeld buurtbewoners. Een zichtbare wijkagent op de momenten dat er vaak overlast is, helpt het gevoel van veiligheid te versterken.
Migratie
In 2030 is migratie een minder gevoelig onderwerp geworden. Dit omdat we lessen hebben geleerd uit het verleden en er nu op een andere manier mee omgaan. Migratieprocedures zijn versimpeld en veel sneller geworden. Elke migrant weet nu binnen een jaar definitief of hij of zij in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning. De aspirant-Utrechter 2030 krijgt op basis van zijn achtergrond begeleiding op maat, die ervoor zorgt dat hij op juiste wijze wordt begeleid in procedures. En ook na het ontvangen van een verblijfsvergunning wordt hij goed begeleid, afhankelijk van zijn persoonlijkheid en omstandigheden.
De leefbaarheid in de wijken zal in 2030 enorm zijn verbeterd doordat er grote planologische aanpassingen zijn gedaan die de diversiteit hebben gestimuleerd. Om optimaal te profiteren van de voordelen van planologisch mixen heeft de gemeente dit ondersteund, bijvoorbeeld door te investeren in taal- en cultuuronderwijs op maat, maar ook door het inzetten van programma’s die mensen in staat stellen de economische ladder te beklimmen. Denk hierbij aan leer-werkprogramma’s en extra aandacht voor stagebegeleiding van jongeren met een migratieachtergrond. Een welkom gevolg van deze aanpak is dat zaken als overlast door hangjongeren, gevaren van religieus extremisme en zelfsegregatie steeds meer afnemen.
Voor de Utrechter 2030 zijn de positieve effecten van migratie echt te merken. Utrecht heeft er vele culturele centra in de buurt bij gekregen, die door het diverse aanbod druk worden bezocht door mensen van alle achtergronden. De multiculturele horeca en detailhandel zijn over de hele stad verdeeld, waardoor de wijkeconomie enorm is verbeterd en het lokale aanbod divers is.