Participatie is binnen een lokaal bestuur een ontzettend belangrijke portefeuille. Veel burgers weten niet wat voor invloed zij kunnen hebben op het bestuur van hun stad. Het verschilt ook per stad hoeveel die invloed daadwerkelijk kan zijn. Wat Student & Starter betreft kan Utrecht 2030 hier wat verder in gaan. De bewoners maken de stad tot wat hij is en veel bewoners hebben ook veel meer verstand van bepaalde zaken dan de gemeente zelf.
Het Utrecht van 2030 betrekt het liefst zoveel mogelijk verschillende soorten bewoners bij het maken van beleid. Misschien moet je hiervoor de mensen niet naar bijeenkomsten proberen te krijgen, maar juist de informatie bij de mensen thuis brengen. Participatie moet divers zijn en niet worden beheerst door een kleine groep mensen. Daarbij moeten mensen écht iets kunnen beslissen: Utrecht 2030 geeft soms de touwtjes uit handen.
Online meebeslissen
Utrecht 2030 heeft het besef dat diversiteit belangrijk is voor de stad en wil dat tot diep in haar vezels laten doordringen. Dit laat zij dus ook terugkomen in haar participatiebeleid. Er wordt gezocht naar manieren om participatie mogelijk te maken voor iedereen. Zo worden de online tools in tien verschillende talen aangeboden en kun je de keuze maken geen gender aan te geven bij de gemeente. Voor de mensen die wat moeilijker online te bereiken zijn, heeft het systeem van gerichte loting een boost gekregen. De gemeente gaat actief op zoek naar een doelgroep die nog mist op het palet van de participatiebijeenkomst, zodat de hele stad haar stem kan laten horen.
De Utrechter 2030 heeft een groentewinkel in Lombok. Hij is betrokken bij de wijk, maar weet ook dat dat bij zijn zoon die in Utrecht studeert niet noodzakelijk het geval is. In de wijk is het net nieuwe Lombokpark ontwikkeld, waarin een stuk grond nog vrij is. De gemeente weet nog niet wat ze hier zou willen en heeft daarom bedacht via haar gloednieuwe participatie-app aan de bewoners van Lombok te vragen wat voor ideeën zij hebben. In de app kunnen de bewoners stemmen voor de mogelijkheden die de gemeente heeft bedacht. Ook kunnen bewoners zelf ideeën indienen, die dan op de lijst van mogelijkheden kunnen komen. De Utrechter 2030 zou wel een marktplaats willen op die plek voor in het weekend, niet alleen voor eten en drinken, maar ook voor bijvoorbeeld de kledingwinkels en kringloopwinkel Emmaus uit de wijk. Hij werkt zijn idee uit en dient het in.
Binnen de wijk leeft de mogelijkheid van het stemmen steeds meer. Ook heeft zijn zoon laatst een brief gehad toen hij zich inschreef in zijn studentenhuis in Utrecht. In de brief werd niet alleen de belangrijke zaak van het vinden van een dokter in de buurt aangestipt, maar werd ook het participatieplatform gepromoot. Ook de zoon van de Utrechter 2030 heeft dus kunnen stemmen voor het idee van zijn vader. Daarbij heeft hij gebruik gemaakt van zijn buurtbudget. De buurtbudgetten kunnen bewoners virtueel besteden aan belangrijke posten in hun wijk, zoals extra beheer voor groen of het onderhouden van de stoep langs de Kanaalstraat. Zo kan de Utrechter 2030 zijn of haar prioriteiten aangeven.
Loting
Niet alleen op het gebied van digitalisering heeft de gemeente Utrecht een grote sprong gemaakt. De gemeente durft ook steeds meer gebruik te maken van loting. Uit eerdere voorbeelden bleek dat loting niet altijd de aangewezen weg zou zijn, maar door de loting te koppelen aan een onderwerp dat er echt toe doet voor bewoners en hun stem ook daadwerkelijk doorslaggevend te laten zijn in beleid, heeft Utrecht grote stappen gemaakt op dit gebied.
In Utrecht 2030 heeft de Utrechter 2030 een mooie functie bij een studentenbestuur. Hoe betrokken ze ook is bij haar studentenwereld, van de stad weet ze maar weinig en ze besteedt veel van haar dagen op de Uithof. Voor een besluit over de ontwikkeling van Rijnsweerd, de wijk waar de Utrechter 2030 woont, heeft de gemeente geloot onder bewoners van de wijk voor een bijeenkomst bij de gemeente. De Utrechter 2030 is ingeloot voor deze bijeenkomst. In het bericht dat ze krijgt via haar participatietool staat ook dat de gemeente voornemens is de uitslag van de bijeenkomst doorslaggevend te laten zijn, mits er een minimale opkomst is van veertig bewoners. De Utrechter 2030 had al eerder van een studiegenoot gehoord dat deze bijeenkomsten worden georganiseerd en dat zij een doorslaggevende stem had gehad in de nieuwe bestemming van het Janskerkhof in de binnenstad. Ze twijfelt dus zeker niet om te gaan, neemt een huisgenoot mee en uiteindelijk zijn 47 van de 60 genodigde bewoners aanwezig bij de bijeenkomst. De gemeente loot dus gerichter en weegt zwaarder aan de uitkomst van de besprekingen die met bewoners worden gevoerd. Wel stelt ze daar, terecht, minimale grenzen aan.
Jongerenparticipatie
Utrecht 2030 wil alle bewoners betrekken, dus ook degenen die nog niet op partijen in de gemeenteraad kunnen stemmen. In 2030 is een harde lobby gaande bij de Tweede Kamer om de stemgerechtigde leeftijd te laten zakken naar 16 jaar. Helaas is dit ook in 2030 nog niet helemaal bereikt. In Utrecht 2030 ziet de gemeente echter wel de waarde van de jongeren die nog niet stemgerechtigd zijn. Ook de jonge bewoners van de stad gaan veel besluiten van de gemeente aan. Door de organisatie NJR werd al eens per jaar een Lokaal Jeugddebat georganiseerd, waarna de gemeente Utrecht heeft gevraagd dit vier keer per jaar te realiseren.
De Utrechter 2030 is vijftien en zit op de havo in Overvecht. Ze is bij haar geboorte geregistreerd als jongen, maar al snel bleek dit niet te kloppen. Nu, vele jaren later, zit ze lekker in haar vel. In Utrecht wordt de nieuwe Regenboogagenda besproken. Ze hoort van deze besprekingen en ziet via haar participatie-app een oproep van de NJR voor een Lokaal Jeugddebat over dit onderwerp. Dit is haar kans. Ze schrijft zich in en zit binnen een maand met twintig andere leeftijdsgenoten in de raadszaal om te debatteren met de huidige raadsleden. Ze mogen voorstellen schrijven en presentaties geven over dit onderwerp. De raadsleden stellen kritische vragen, maar zijn enthousiast. De scholieren mogen bij latere besprekingen van dit onderwerp ook aansluiten, hierdoor komen de ideeën terecht bij de ambtenaren.
Leuk toch, die debatten. Mede door het participatieplatform is participatie in Utrecht 2030 een flink stuk leuker geworden. Het gaat niet alleen om kleine zaken, maar ook om grote. Via de app krijgen bewoners vrijwel alles door. Ze kunnen hier praktische informatie vinden over openbare bijeenkomsten, gericht uitnodigingen ontvangen, ideeën indienen en hun buurtbudget uitgeven. Maar niet alleen de app geeft participatie een boost, de gemeente schrijft ook steeds vaker competities uit.
De stad als proeftuin
De Utrechter 2030 heeft toen hij dertig werd een andere weg ingeslagen: hij werd ondernemer. Zijn grote kans heeft hij nog niet gehad, maar hij zag via de participatietool dat er een competitie werd uitgeschreven voor een ondernemer die een duurzame catering voor de organisatie van de gemeente zou kunnen verzorgen. De Utrechter 2030 stond al een tijd in Hoograven met zijn foodtruck, maar heeft grotere dromen: zijn duurzame voedsel kan hij op veel grotere schaal produceren. Hij schrijft zich daarom in voor de competitie en mag voor een commissie pitchen wat zijn concept is. Deze competities maken ideeën indienen en participatie aantrekkelijker. De gemeente maakt gebruik van de krachten die aanwezig zijn in de stad en probeert niet zelf het wiel opnieuw uit te vinden.
Om niet zelf het wiel uit te vinden, maar dit de bewoners te laten doen, zijn initiatieven nodig. Het initiatievenfonds bestaat al een lange tijd in Utrecht 2030, maar is bijna onherkenbaar. Het budget dat door de gemeente aan dit fonds wordt uitgegeven lijkt veel meer op hoe het originele ondernemersfonds Utrecht in elkaar zit. Er is een hoop bureaucratie weg en een hoop vrijheid bij. De projecten kunnen een kortere looptijd hebben en korter van tevoren worden gepitcht bij het initiatievenfonds.
“De stad als proeftuin” is het nieuwe motto. Dat sprak de Utrechter 2030 wel aan. Zij heeft een initiatief opgezet om in haar wijk Lunetten de oudere bewoners te voorzien van een heerlijke Surinaamse maaltijd. Haar familie helpt haar bij dit initiatief, dat ook nog eens de eenzaamheid bij de ouderen in de wijk tegengaat. Toch is er zoveel enthousiasme dat ze haar maaltijden bijna niet meer gratis kan aanbieden. Haar buurvrouw tipte haar over het initiatievenfonds. Via de participatie-app kan de Utrechter 2030 haar idee indienen en een afspraak maken met de commissie die betrokken is bij het initiatievenfonds. Zij helpen haar met een locatie bij het winkelcentrum, hier kan zij gebruik maken van de keuken en kunnen ouderen als zij willen ook op locatie komen eten. Haar familie brengt de maaltijden aan de deur. Met een steuntje in de rug van het fonds is het initiatief naar grote hoogte gestegen, en dat binnen twee maanden!
Digitaal, dichtbij, loten en actief meningen ophalen. In 2030 doet de hele stad mee.