Hoogstens twintig minuten fietsen en je staat in het Groene Hart. Even geen hectiek van de stad en volop vrije natuur. Niets veranderd, zou je zeggen: Utrecht is nog even compact als het altijd is geweest. Drukker is het misschien wel geworden, want het Utrecht van 2030 is de 400.000 inwoners ruim gepasseerd. Op de een of andere manier voelt het niet drukker. Hoe kan dat toch? Zou de hele stad niet vast moeten staan door al dat extra verkeer?
Nee, niet in gidsstad Utrecht. We zijn dan misschien met meer mensen op de vierkante kilometer gaan wonen, maar dat heeft het er vooral gezelliger op gemaakt. De truc is dat de ene vorm van vervoer een stuk minder ruimte inneemt dan de andere. Eén auto gedeeld door drie huishoudens , bijvoorbeeld, in plaats van drie eigen auto’s. Als je helemaal geen auto hebt, is dat al helemaal mooi. Doen genoeg mensen dat, dan verander je zo’n autorijbaan al snel in een fietssnelweg. Dat is precies wat ze in Utrecht hebben gedaan voor al die Utrechters 2030.
Flexibel vervoer
De zon is op en de Utrechter 2030 wil wel even op bezoek bij de kleinkinderen. Heel goed te been is deze Utrechter niet meer, maar met de wat kleinere buurtbusjes is hij snel aan de andere kant van Leidsche Rijn, bij de kids. Vroeger was er enkel het toeristenbusje in de binnenstad, maar tegenwoordig zijn de buurtbusjes er in alle wijken. En ze zijn een hit. Vooral voor iedereen die wat minder snel de fiets of benenwagen pakt, zijn ze een uitkomst. Met een route langs de winkelcentra geven ze gelijk ook een economische impuls aan de wijk. Mocht je verder weg moeten zijn, dan word je zo bij het station afgezet. Met de buurtbus, of het ‘musje’, zoals deze busjes worden genoemd, afgeleid van de Turkse dolmus, komt de Utrechter 2030 rustig nog elke dag de deur uit om op stap te gaan.
Zo’n typisch zzp’er is het, werkend op flexwerkplekken en met opdrachtgevers door het hele land. De Utrechter 2030 heeft een beetje kunnen uitslapen na een lange dag gisteren, maar moet nu toch echt weer aan de bak. Opdrachtgevers hebben door het hele land betekent ook elke dag weer een andere vorm van vervoer gebruiken. Zelf heeft de Utrechter 2030 niets, maar met een mobiliteitshub in de buurt heeft ze tegelijkertijd alles. Voor werk binnen de stad pakt ze zo even een fiets die je op andere punten weer kan achterlaten. Andere grote steden zijn per trein perfect bereikbaar en als de Utrechter 2030 dan toch een keer op een wat moeilijker bereikbare locatie moet zijn, staat er bij de hub altijd wel een elektrische deelauto die beschikbaar is. Pasje tegen de deurhendel van een auto naar keuze en ze rijdt zo weg. Op een regenachtige dag pakt de Utrechter 2030 een musje naar het station, dat werkt ook perfect.
Een oplossing op maat
Niet elke Utrechter 2030 is van het flexibele en dat hoeft ook helemaal niet. In Utrecht bestaat voor iedereen een mobiliteitsoplossing op maat. Neem nu bijvoorbeeld die parttime werkende vader. Drie dagen in de week heeft hij voor zijn werk een auto nodig. Een eigen auto is niet noodzakelijk, want met de Utrechtse mobiliteitsapp ben je op dagen dat je ‘m nodig hebt verzekerd van een auto. Op andere dagen wordt die auto weer door andere mensen gebruikt. Zo staat hij nooit stil en heb je voor meerdere huishoudens maar één parkeerplek nodig. Wat een ruimte scheelt dat, zeg! Zijn kinderen zien het ook, want de buurt is bezaaid met speelplaatsen en voetbalveldjes. Volgend jaar komen trouwens de eerste auto’s in omloop die geheel zelfstandig zonder bestuurder naar je deur komen rijden, dat wordt al helemaal een feest. Als je klaar bent met die auto’s sluiten ze zichzelf spontaan weer ergens aan op de stroom, zodat iemand anders ze weer kan oproepen. Het kan snel gaan met al die innovaties.
Zijn oudste dochter merkt het wanneer ze tussen de middag van school naar huis fietst. Veel autobanen in Utrecht zijn omgebouwd tot fietssnelwegen en dat vindt ze heerlijk. Ze houdt van snel fietsen en er is ruim baan om iedereen in te halen. In het nieuws verschijnen steeds vaker berichten over hoe Utrecht de beste fietsstad van Nederland is geworden – of misschien wel van de wereld, trouwens. In het buitenland verbazen ze zich over wat er allemaal wordt gedaan in Utrecht om het de fietser op ’t gemak te maken. Er zijn bijvoorbeeld dynamische verkeerssystemen in gang gezet, waardoor je zo op de groene golf doorfietst. Bij slecht weer gaan de lichten voor fietsers sowieso al sneller op groen. Sterker nog: sommige drukke fietsroutes is men zelfs al gaan overdekken met transparante zonnepanelen. Als je dan onder die zonnepanelen doorfietst op paden aangelegd met gerecycled plastic, krijg je toch het idee dat we de wereld nog wel gaan redden. En het fietst nog lekker droog, ook.
Openbaar vervoer
Ook de bezoekers van het Utrecht 2030 beginnen te merken dat deze stad in ieder geval qua openbaar vervoer het dorpse is ontgroeid. Bij Lunetten heeft Utrecht eindelijk een intercitystation gekregen en er zijn er meer in aantocht. Ideaal, ook voor iedereen die Utrecht vanuit het oosten inrijdt met de trein en naar Utrecht Science Park toe moet. Bij Lunetten stap je uit en vervolgens ben je er razendsnel met de bus of deelfiets. Daarmee rijd je dan trouwens dwars een nieuwe woonwijk door vol met unieke, groen begevelde hoogbouw en vol voorzieningen. Een echte urban jungle dus, waar veel nieuwe Utrechters 2030 hun eigen stekkie hebben weten te vinden. Ideaal, zo naast een intercitystation waarmee een groot deel van het land snel bereikbaar is.
Lange tijd was het taboe, zeker na veel drama rond de Uithoflijn en daarvoor de Noord-Zuidlijn in Amsterdam, maar inmiddels wordt er in Utrecht toch echt een metrolijn aangelegd, die vanaf centraal via de binnenstad en Rijnsweerd naar Utrecht Science Park loopt. De metrolijn is bijna afgerond en tot nu toe loopt alles zowaar nog op schema en binnen budget. Misschien hebben ze in Utrecht toch iets geleerd van alles wat er eerder fout is gegaan.
Een overbodige luxe is deze metrolijn zeker niet. In Rijnsweerd en Utrecht Science Park zijn er duizenden woningen bij gekomen en de drukte in de Uithoftram is inmiddels vergelijkbaar met de drukte van lijn 12 vroeger. Toch wel lekker als de Utrechter 2030 straks vanaf zijn woning op het Utrecht Science Park met de metro binnen vijf minuutjes op de Neude staat. Ook Rijnsweerd en Wittevrouwen hebben een eigen station en daarmee zal de drukste vervoersader van de stad in beweging blijven in plaats van verstopt te raken. Met het succes van Leidsche Rijn Centrum wordt er zelfs al overwogen de metro door te trekken naar het westen. Dat maakt dat de ouderwetse bussen steeds meer overbodig zullen raken, dus er wordt al druk nagedacht over een leukere invulling van de busbaan in de binnenstad.
Meer dan ooit is de Utrechter 2030 in beweging. In de buurt, de wijk, de stad en daarbuiten. En je bent overal sneller dan ooit, of het nu je werk is, je kinderen of je vrienden. Dat maakt de stad ook bruisender dan ooit tevoren. Omdat het zo makkelijk is je voort te bewegen in Utrecht, ga je ook sneller op stap. En het is een heerlijke stad om op stap te zijn, al is het alleen maar vanwege de ruimte die er is. Niet meer voor te stellen, eigenlijk, dat vroeger overal auto’s op straat geparkeerd stonden. Het stilstaand blik is verleden tijd en heeft ruimte gemaakt voor prachtig groen of anders wel heerlijke terrasjes. Mocht je net iets te lang zijn blijven hangen op zo’n terrasje, dan kom je zelfs ’s nachts met de bus nog thuis dankzij het uitgebreide nachtnetwerk in de stad, dat alle wijken aandoet. Een stad hoort natuurlijk 24 uur per dag in beweging te blijven. Als je een beetje makkelijk van A naar B komt, wordt eigenlijk alles leuker.