In 2030 maken zelflerende algoritmes het leven makkelijk en beheersbaar. Soms zichtbaar, maar vaker nog op de achtergrond. Van je slaappatroon tot aan je liefdesleven, alles wat je doet in het dagelijks leven is voorzien van een algoritme dat op basis van jouw patronen en die van anderen je helpt met het maken van keuzes. Dat klinkt eng, maar dat hoeft het niet te zijn als we onderweg naar de realisatie van deze utopie de juiste keuzes maken.
Interactie met de overheid
Zoals met alle overheids-ict is het digitaliseren van de manier waarop je met overheden praat ook in 2030 nog altijd niet optimaal, maar er is al veel verbeterd. Het DigiD van de Utrechter 2030 is een bruikbaar profiel geworden waarin onder andere zijn medische gegevens zijn opgeslagen. Dit maakt een zorgverzekering op maat mogelijk, die daardoor veel betaalbaarder is geworden. Met het gebruik van slimme algoritmes zijn dingen zoals toeslagen aanvragen en aangifte doen een stuk makkelijker dan voorheen. Dit is bijvoorbeeld erg handig voor zijn vriend, die freelancer is en dus een minder stabiel inkomen heeft. Op basis van slimme data uit zijn DigiD staat hij nooit meer voor verrassingen aan het einde van een fiscaal jaar.
Ook binnen de gemeente is er veel geoptimaliseerd. Door het analyseren van meta-data is er veel bereikt op het gebied van patroonherkenning. Utrechters met een beperking of arbeidsongeschiktheid worden eerder benaderd als het lijkt alsof er problemen ontstaan, zowel op financieel gebied als lichamelijk en psychisch. Hierdoor kan in steeds meer gevallen escalatie voorkomen worden. Dit scheelt op de lange termijn veel geld in zorg- en begeleidingskosten.
Interacties met anderen
Voor de generatie twintigers in 2030 is sociale media een gegeven feit. Toch zijn er nog veel onderlinge verschillen in hoe mensen er mee omgaan en in welke intensiteit. De ene Utrechter 2030 heeft een rijk online leven, veel anderen hebben toch de behoefte om elkaar fysiek te ontmoeten. Door het gebruik van social media is dat wel makkelijker te regelen. De Utrechter 2030 deelt makkelijk realtime informatie met haar goede vrienden en geliefden, waardoor ze makkelijker een moment kan vinden om hen te ontmoeten. Ook daten verloopt door het gebruik van slimme algoritmes soepel: een leuke korte- of langetermijnpartner is snel gevonden.
Het online leven van de Utrechter 2030 levert een hoop persoonlijke data op. Al die data zijn voor bedrijven veel waard. Denk aan persoonlijke advertenties, het verbeteren van algoritmes en het herkennen van patronen. Na een aantal grote hacks is het dan ook normaal in 2030 om zelf eigenaar te zijn van je sociale data. Door duidelijke regelgeving en begrijpelijke voorwaarden is de Utrechter goed geïnformeerd en kan hij dus prima zelf beslissen wat er met die data gebeurt.
Verwevenheid online en offline wereld
Het internet is iets wat vroeger parallel liep aan het fysieke bestaan. In 2030 zie je dat het internet en de fysieke wereld steeds meer met elkaar verweven raken. De internetinfrastructuur is in 2030 net zo belangrijk als de infrastructuur voor verkeer en transport. Data liggen als een laag over het fysieke leven heen. Heel zichtbaar is de toepassing van augmented reality in bijvoorbeeld games, maar ook in de ruimtelijke planning van bebouwing en infrastructuur. Zelflerende rekenmodellen zorgen ervoor dat het gebruik van een nieuw treinstation veel beter berekend kan worden. Ook heeft deze verweving invloed op hoe de Utrechter 2030 denkt over bezit. Het bezitten van een auto, dure machines en zelfs woningen is een kostbare aangelegenheid. Doordat er per persoon een heel goed digitaal beeld kan worden geschetst van deze kosten, kan de Utrechter 2030 veel makkelijker inschatten welke apparaten of hulpmiddelen hij nodig heeft.
In de on-demand-economie kunnen gebruiksvoorwerpen op afroep worden gebruikt. Hoe meer mensen hiervan gebruik maken, hoe beter deze services gaan werken. De stad is ook al goed op weg naar het kantelpunt voor deelauto’s. Doordat de service bijna iedereen kan bereiken en voorzien van een auto op afroep, is een eigen auto bezitten bijna niet meer te rechtvaardigen voor de Utrechter 2030. Er zijn zelfs al pilots bezig in de sociale huursector met woonabonnementen, waarmee inwoners snel en eenvoudig hun woonsituatie aan hun levensfase kunnnen aanpassen. Zo wordt er meer doorstroming gecreëerd op de woningmarkt.
Scholing
Voor het internettijdperk leerden we op een generieke manier. Om te kunnen functioneren in een beroep was er veel basiskennis nodig van begrippen, processen en procedures en hoe deze van elkaar afhankelijk zijn. Omdat in 2030 zo’n beetje alle beroepen volledig of gedeeltelijk zijn gedigitaliseerd, is veel kennis die voorheen essentieel was om een beroep uit te oefenen niet meer nodig. Ook zijn veel beroepen veranderd. In sommige beroepen krijgt handwerk meer aandacht, in andere juist het maken van complexe strategische of emotionele beslissingen die een algoritme niet aankan. Om de nieuwe generaties hierop voor te bereiden is onderwijs in 2030 op een hele andere manier ingericht. In plaats van het opslaan van latente kennis en feiten, ligt de focus op het ontwikkelen van denkpatronen die het beste kunnen halen uit bestaande algoritmes en het bedenken van slimme algoritmes. Het begrijpen van programmeertaal en algoritmes is daarom ook essentieel onderdeel van het curriculum. In het Utrecht van 2030 zijn programma’s uitgerold om vooral scholen waar leerlingen statistisch het meeste moeite hebben een baan te vinden te ondersteunen, waarbij de focus ligt op het leren omgaan met algoritmes en de basis leggen voor sterke digitale vaardigheden.
Veiligheid
De Utrechter 2030 heeft, na diverse grote schandalen en crises veroorzaakt door datalekken en hacks in voorgaande jaren, geleerd op een andere manier naar de veiligheid van data te kijken. De Europese en landelijke wetgeving zijn veranderd, waardoor haar persoonlijke data echt van haar zijn geworden. Zonder haar toestemming zijn bedrijven en ook overheden niet in staat haar data te gebruiken. Nieuwe standaarden in database-ontwerpen zorgen ervoor dat lekken veel minder vaak voorkomen, de schaal is afgenomen en beveiligingsproblemen worden over het algemeen sneller opgelost. Data worden opgeslagen in nieuwe varianten van data-uitwisseling die lijken op de vroegere blockchains. Hierdoor zijn grote collecties gevoelige data niet makkelijk te hacken.