Als je buiten bent in 2030, kijk je je ogen uit. Groene torens, daktuinen, rooftopbars, kleurrijke speelvelden. Geregeld treft de Utrechter 2030 een pop-upevenement aan, zoals een kleinschalig festival, food parade, sportactiviteit als beachvolleybal, of er staan boekenbars waar hij op een pop-upterrasje koffie drinkt en een boek leest. Binnen no-time is hij in een natuurgebied als de Utrechtse Heuvelrug of Amelisweerd. Van het gevoel dat je je in een futuristische wereldstad waant tot juist het knusse dorpsgevoel van ‘ons stadsie’: het is er allemaal in Utrecht 2030.
Utrecht als stad en dorp
De Utrechter 2030 komt graag buiten in ons stadsie. Want ons stadsie is mooi, levendig en schoon. Utrecht voelt als metropool en dorp tegelijk. Hoe dat kan? De buitenruimte wordt efficiënt benut en is modern. Ook is er veel groen, waardoor ze voor haar gevoel juist niet in de stad is. Mooie voorbeelden hiervan zijn de Merwedekanaalzone en het Stationsgebied – hypermodern en dynamisch. Niet langer kijkt de Utrechter aan tegen betonnen, grijze hoogbouw, ze ziet vooral groen en een tweede stad als ze omhoog kijkt: groene gevels en muren, daktuinen met rooftopbars die verbonden zijn door trappen en bruggen tussen de verschillende hoogbouwtorens. En wanneer ze op zo’n daktuin is, heeft ze een immens mooi en weids uitzicht terwijl ze schommelt of aan het chillen is.
Meer buiten zijn
De buitenruimte nodigt uit om het huis uit te gaan. Om er te recreëren, te ontmoeten, te spelen, te sporten, om creatief bezig te zijn en om je veilig te voelen. Door het compacter wonen bestaan er meer gemeenschappelijke voorzieningen en common playgrounds, wat fijn is voor als je klein woont en niet veel ruimte hebt. Denk aan een gemeenschappelijke huiskamer, wasruimtes, kookruimtes, badhuizen en flexwerkplekken.
De buitenruimte is schoon en fris. Schoon doordat er voldoende slimme afvalcontainers zijn. En niet alleen thuis, maar ook buiten worden plastic, blik, papier, gft en E-waste gescheiden ingezameld. Daarnaast blijft de buitenruimte schoon en fris door de zelfreinigende toiletten die in 2030 een kenmerkend onderdeel van de stad zijn. De modulair opgebouwde sanitairgebouwtjes worden gecombineerd met groen, kunst of sport- en speeltoestellen en zorgen voor een typisch Utrechtse beleving. Er zijn bijvoorbeeld een Nijntje-wc en een kinderspeeltoestel in de vorm van een mini-Domtoren.
Een ander lokkertje om naar buiten te gaan zijn pop-upevenementen. Elke keer dat de Utrechter 2030 door de binnenstad loopt, is wel weer iets anders op het autovrije Janskerkhof te beleven. In de zomermaanden zijn er pop-upterrassen, in de winter staan er foodtrucks en kampvuurtjes. Maar de evenementen zijn niet de enige reden waarom de Utrechter graag naar buiten gaat. Utrecht heeft in 2030 overal interessant erfgoed wat de moeite waard is om te bezoeken. Ook zijn er regelvrije bouwzones in de stad die dienen als bouwspeelstuinen waar kinderen, volwassenen en kunstenaars tijdelijk zelf iets kunnen bouwen tijdens het ‘huttenbouwseizoen’.
Maar Utrecht voelt niet aan als een bij elkaar geraapt zooitje. Een stadsbouwmeester zorgt ervoor dat de verscheidenheid aan architectuur en karakteristieken van wijken bij elkaar passen. Utrecht is niet alleen beroemd om haar Domtoren, de grachten met werfkelders of het Rietveldhuis, maar ook eigentijdse architectuur zoals het bollendak brengt mensen naar Utrecht om te komen bezichtigen. De stad is een openbaar museum aan architectuur, groen en rafelranden waar spannende dingen gebeuren, vol leven door horeca en pop-upevenementen en, niet te vergeten: de vele plekken waar cultuur en kunst te zien zijn. Tankstations en kantorenparken zijn niet langer saai of grauw, maar zijn plekken waar kunst te zien is, van muziek tot lichtinstallaties tot voorwerpen.
Verdichting
In 2030 is Utrecht al maximaal ingebreid en is uitbreiding van de stad nodig. De Utrechter 2030 ervaart de stad echter niet als te druk en benauwd. De stad is modulair ingericht en autoluw. De openbare ruimte wordt slim benut naar de formule van water, licht, groen, sport en recreatie. Een voorbeeld hiervan is Papendorp, dat niet langer het Utrecht Business Park is waar alleen gewerkt wordt. Door het Rondje Stadseiland is Papendorp onderdeel geworden van de stad en wordt er gewerkt, gewoond en gerecreëerd. Er kan worden gebeachvolleybald en een sprintparcours rondom de Domus Medica combineert sport en werk. Ook is er plek voor cafés en restaurants.
Utrecht bezit in 2030 een slimme infrastructuur. De straten zijn anders ingericht: waar deze vroeger getekend werden door auto’s en parkeerplekken, zijn er nu brede stoepen, moestuintjes, bomen en plantenbakken. De stoep is waar kinderen voor het eerst leren zelfstandig te spelen in de openbare ruimte. Er is meer ruimte voor groen en sport- en speeltoestellen. De Utrechter 2030 begeeft zich graag naar de Merwedekanaalzone waar fietsen, wandelen en het gebruik van steps de norm zijn. Het Rondje Stadseiland markeert een groen-blauwe route van brede fiets- en wandelpaden, trams, metro’s, deelfietsen en deelsteps tot slimme bruggen die roeier- en woonbootproof zijn.
Slim
Een slimme infrastructuur betekent ook slim straatmeubilair, zoals slimme zitbanken met zonnecellen waar je je telefoon kunt opladen, of slimme lantaarnpalen die zich aanpassen aan de natuurlijke lichtintensiteit en die hun energie halen uit zonnepanelen. Tunnels en viaducten zijn niet langer enge plekken om onderdoor te lopen, maar worden gebruikt voor openbare tentoonstellingen. Kunstenaars tonen in etalages en op muren hun kunst en Lumen Trajectum is door de hele stad uitgebreid, wat ervoor zorgt dat donkere plekken niet langer onveilig voelen.
Slimme infrastructuur betekent ook dat de stad modulair is opgezet. Hierdoor kan de openbare ruimte snel aangepast worden aan de behoeften van de inwoners. Als inwoner heb je zo ook inspraak op de manier waarop de buitenruimte eruit komt te zien, omdat deze in een mum van tijd anders ingericht kan worden. De Utrechter 2030 geniet in de zomer op pleintjes van waterfonteinen en terrassen, maar ziet deze in de winter omgetoverd worden tot mini-ijsbanen of kerstmarktjes of overdekte ateliers voor kunstenaars. Door het modulair inrichten van de openbare ruimte wordt de buitenruimte echt van iedereen.
Utrecht als groene jungle
In 2030 is Utrecht een slim verdichte stad die uitnodigt om buiten te zijn omdat het er aangenaam, leuk, schoon en fris is. Als de Utrechter 2030 zijn huisje uitstapt, waant deze zich in een groene jungle. Beton, baksteen, asfalt, grijs: dat is verleden tijd. Tiny forests, groene gevels en daken, daktuinen, volkstuinen, wormen- en bijenhotels, groene lantaarnpalen en ga zo maar door. Utrecht blijft niet alleen schoon en fris door de manier waarop afval wordt ingezameld, maar ook doordat Utrecht klimaatadaptatief is. Waterdoorlatende tegels zijn de norm en in verschillende wijken zijn er sprinklersystemen. Ook vindt men er grondfonteinen die de stenen verkoelen en voor waterpret zorgen, of pergola’s met groen en waterdruppelsystemen die voor verkoeling zorgen in de zomer.
Utrecht als groene jungle is mede bereikt door de stad in verbinding te brengen met de omliggende natuur. Je bent zo in Amelisweerd, de Utrechtse Heuvelrug of bij een van de stadsstranden Soia en Nedereindse Plas. Een nieuwe verbinding in 2030 is Rijnenburg, dat het duurzaamheidspark van Nederland is, waar duurzame energieopwekking, recreatie en sport gecombineerd worden met een nieuwe moderne duurzame woonwijk en cultureel erfgoed. Zo is Utrecht in 2030 modern en vol van activiteit, en tegelijkertijd een ware oase van rust.